Foto: Dudok Architectuur Centrum
In het centrum van Hilversum, aan de Groest 104-106, staat deze monumentale fabrikeurswoning met neorenaissance kenmerken uit de tweede helft van de negentiende eeuw. De woning was ooit het hoofdgebouw van de tapijtfabriek van de firma Bijlard. Bij de fabriek behoorden diverse bijgebouwen en ververijen. Van 1918-1921 was het pand ingericht als eerste fabriek van de Nederlandse Seintoestellen Fabriek (NSF) en wordt daarom wel beschouwd als de bakermat van Hilversum als Mediastad. Vele andere functies volgden en in 1982 werd het pand verbouwd tot kantoorpand met woning. Het pand met het ijzeren hek is in 2002 aangewezen als Rijksmonument.
Al in de veertiende eeuw was er een textielindustrie in het Gooi. Deze ontwikkelde zich ook in Hilversum. De kuddes schapen op de heide leverden de wol voor het spinnen van lakenstoffen. Een kleinschalige industrie bestaande uit spinnerijen en weverijen zorgde voor economische bloei in de achttiende eeuw. Aan het eind van de negentiende eeuw trad een economische recessie op en ging het met de tapijtindustrie in Hilversum bergafwaarts. Vele kleine tapijtfabriekjes gingen op in de Veneta, die in 1913 een grote nieuwe fabriek in Hilversum-Oost had laten bouwen. In de jaren zeventig van de twintigste eeuw kwam een einde aan de tapijtindustrie in Hilversum.
In de achttiende eeuw waren fabrikeurs de eerste wevers die voor eigen rekening gingen werken. Al snel namen ze ook wevers in dienst en werden ze zelfstandig ondernemers. Ze lieten de wevers thuis voor zich werken of verhuurden wevershuisjes waarin de arbeiders werkten en woonden met hun gezinnen. De fabrikeurs vestigden zich in voormalige boerderijen aan de Kerkstraat, Groest, Veerstraat en Langgewenst, wat aan de vorm van de panden nog af te lezen is. Een fabrikeurswoning bestond veelal uit een woonhuis aan de voorzijde en een fabrieksgedeelte aan de achterzijde met daarin weverijen en spinnerijen.
Op het perceel aan de Groest was al in 1808 een weverij met ververij gevestigd, die in handen kwam van Jan Bijlard. De firma Bijlard verplaatste het bedrijf uit het hoofdgebouw naar de bijgebouwen. Het langgerekte pand Groest 108 (eveneens Rijksmonument) bevatte de ververijen van de firma. Het hoofdgebouw diende nog slechts als woning en magazijn. De achtergevel met hijsbalk getuigt nog van de magazijnfunctie. Het perceel bleef in bezit van de nazaten van Jan Bijlard, totdat een van hen het aan de R.K. Kerk legateerde, die het onderbracht in de Stichting Sint Vitushuis. Deze stichting bleef tot in de eenentwintigste eeuw eigenaar van het complex.
Het pand kreeg vermoedelijk in de tweede helft van de negentiende eeuw zijn kenmerkende neorenaissance uiterlijk. Het gebruik van verschillende bakstenen in de boogtrommels boven de vensters zorgde voor een kleurrijk beeld en moet iets van de rijkdom van de eigenaar hebben uitgestraald. De geaccentueerde verdiepingsscheiding, diamantvormige sluitstenen, hoekblokken en decoratieve muurankers verlevendigen de gevel, die eindigt in een tuitgevel met neorenaissance decoraties. Het terrein werd aan de straatzijde afgesloten met een ijzeren spijlenhek met forse, rijk gedecoreerde pijlers.
Nadat het fabriekje gesloten was, in het tweede decennium van de vorige eeuw, werd in het hoofdgebouw de eerste productieruimte van de Nederlandse Seintoestellen Fabriek (NSF) ingericht. In de leegstaande weverij startte de nieuw opgerichte NSF met de productie van onder andere zenders en ontvangers, in afwachting van de bouw van een eigen fabriek aan de Jan van der Heijdenstraat. Op de zolder bevonden zich het kantoor en tekenkamer. De oprichting van de NSF markeert de geboorte van Hilversum Mediastad.
In de loop van de twintigste eeuw werd het pand verhuurd aan diverse culturele en maatschappelijke instellingen, waaronder de R.K. Leeszaal en Bibliotheek, Stichting voor Sociaal Cultureel Werk, het KIS (Krisis Interventie Sentrum) en de Telefonische Hulpdienst. Ook werd het pand deels door particulieren bewoond. In de jaren tachtig werd het verbouwd tot bedrijfsruimte en tegenwoordig huisvest het gebouw een aantal kleinere bedrijfjes. Dit diverse gebruik heeft geleid tot veel aanpassingen aan het interieur. De hoofdvorm van het gebouw en de gedecoreerde gevels herinneren echter nog aan de vroegere fabrikeurswoningen die het Groest rijk was.
Groest 104-106, Hilversum