Foto: www.gooienvechthistorisch.nl (SAGV077)
In het interbellum (de periode tussen de twee wereldoorlogen) kreeg het stedelijke karakter van Hilversum gestalte. De eind negentiende eeuw ingezette bevolkingsgroei zette zich in de eerste helft van de twintigste eeuw in nog sterkere mate door. De behoefte aan (arbeiders)woningen was groot. Daar hoorden ook scholen en kerken bij. De moderne tijd vroeg ook om winkels en woonwinkelhuizen, en de eerste kantoren, modehuizen en theaters kwamen op.
De stedenbouwkundige ontwikkeling van Hilversum werd in het interbellum bepaald door Dudok. Vanaf zijn aantreden in 1915 als Directeur Publieke Werken tot aan zijn pensionering als Gemeente-architect in 1954 hield hij zich bezig met het plannen, ontwerpen en aanleggen van arbeiderswijken, scholen en utilitaire bouwwerken in de groeiende gemeente. Dit heeft tot op de dag van vandaag in grote mate het gezicht van Hilversum bepaald. Maar volgens afspraak met de gemeente mocht Dudok niet als particulier architect in Hilversum optreden. De komst van de omroepen, de verdere ontwikkeling van villaparken en de luxere woonwijken voor de middenstand gaven voldoende ruimte aan andere architecten om in Hilversum naam te maken.
De vestiging rond 1920 van de Nederlandse Seintoestellen Fabriek in Hilversum leidde tot de ontwikkeling van de radio-omroep in de gemeente. In het verzuilde Nederland richtte elke gezindte een eigen omroep op. In eerste instantie vestigden de omroepen zich in bestaande villa’s maar al gauw ontstond er behoefte aan meer ruimte en meer zichtbaarheid in eigen gebouwen.
De VARA liet in 1930 zijn omroepvilla aan de Heuvellaan door architecten Eibink en Snellebrand uitbreiden tot een groot studio-complex. Hierin vinden we de oudste radiostudio van ons land. Ook de AVRO (1936, Merkelbach en Karsten), de KRO (1938, Willem Maas) en de NCRV (1938, Van der Veen) lieten eigen beeldbepalende studiogebouwen neerzetten.
De bouw van villa’s en luxe woonhuizen ging door in het interbellum. De architectuur volgde de heersende mode: Jugendstil (Art Nouveau) aan het begin van de twintigste eeuw, de stijl van de Amsterdamse School rond de jaren twintig, gevolgd door de Nieuwe Zakelijkheid, al naar gelang de smaak van de opdrachtgever of de stijl van de architect. Bekende namen in Hilversum waren B.H. en C.M. Bakker, C. Trappenburg, E.G. Middag en Nic. Andriessen. Architecten J. van Laren en C. de Groot bouwden luxe middenstandswoningen langs de Vermeerlaan in de stijl van de Amsterdamse School.
De schone lucht en de ruimte op de heide ten zuiden van Hilversum maakten deze plek geschikt voor de oprichting van een sanatorium voor TBC-lijders. Vakbondsman Jan van Zutphen van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond was de drijvende kracht achter de bouw van sanatorium Zonnestraal. Het wereldberoemde sanatorium geldt als exemplarisch voorbeeld van Het Nieuwe Bouwen met het adagium Licht, Lucht en Ruimte. Het werd ontworpen door architecten Jan Duiker en Bernard Bijvoet en ingenieur Jan Gerko Wiebenga. Ook het Hotel-Theater Gooiland aan de Emmastraat werd door de architecten ontworpen in de stijl van Het Nieuwe Bouwen.