Landgoed De Zwaluwenberg
1914-1916 /F. Kuipers

Utrechtseweg 225

Landgoed De Zwaluwenberg is sinds 1946 de verblijfplaats van de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht. Op het negentiende-eeuwse landgoed liet jonkheer De Pesters in 1914-1916 een villa in Engelse landhuisstijl en een conciërgewoning bouwen. De tuin uit de jaren ’20 is een ontwerp van Van den Steenhoven. Villa, conciërgewoning en tuin zijn in 2002 aangewezen als Rijksmonument.

Buitenplaats

In de negentiende eeuw diende het landgoed als buitenplaats van de gegoede Amsterdamse effectenhandelaar Johannes Ruijs. De hoge ligging zorgde voor een prachtig uitzicht over de toen nog kale Gooise heide. In de loop van de eeuw werd bos aangeplant. Door de aanleg van de spoorlijn in 1874 veranderde de omvang van het landgoed aanzienlijk en in 1886 kwam het westelijk deel in handen van de bekende tuinarchitectenfamilie Copijn uit Groenekan. Zij lieten het zuidelijk deel van het landgoed grootscheeps afgraven. Het zand werd over de nieuwe spoorlijn naar Amsterdam vervoerd, waar het gebruikt werd voor het ophogen van bouwterreinen. In 1912 kwam het landgoed in handen van de jonkheer Ernest de Pesters, directeur van de Amstelbrouwerij in Amsterdam.

Engels landhuis

De Pesters liet midden op de centrale hoogte van het landgoed een villa bouwen. Hoewel de uitvoering plaatsvond onder leiding van de Huizense architect Foeke Kuipers (1871-1954) was het ontwerp van de Britse architect Ernest Newton (1856-1922). Deze had in 1897 een Engels landhuis gebouwd in het Engelse Wokingham dat de naam Glebelands kreeg. Villa De Zwaluwenberg was hier een exacte kopie van. De enorme erkers, de geprofileerde schoorstenen die een sterke silhouetwerking hebben en het gebruik van rode bakstenen zijn typische elementen voor de Engelse landhuisstijl aan het einde van de negentiende eeuw. De kozijnen, vensterbanken, gevelstenen en traptreden zijn vervaardigd van natuursteen. Ook het interieur bevat karakteristieke onderdelen zoals de grote hal met trappenhuis.

Tuinaanleg

De tuin werd aangelegd door de Hilversumse tuinarchitect Barend van den Steenhoven (1880-1959). Ten zuiden van de villa schiep hij een fraaie, geometrisch aangelegde tuin met vijver, rustbanken en een prieel. Een zichtas verbond de zuidgevel van het landhuis met de lager gelegen velden. Van den Steenhoven omschreef de tuin in het vakblad Buiten in 1929 als een samengaan van de traditionele Engelse tuin en de landschapstuin. Het beboste gedeelte tussen de Utrechtseweg en het op de heuvel gelegen landhuis verhoogde volgens de tuinarchitect het verrassende effect van ‘de in de hoofdas ontworpen formal garden, die aan beide flanken begrensd is door gepaarde boomgroepen, met het in ijle kleuren vervliedende landschap als achtergrond’.

Krijgsmacht

In 1951 kocht de Nederlandse staat het landgoed en vestigde er de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht, een functie die als eerste door Prins Bernhard werd vervuld. Tot op heden is het landgoed door de krijgsmacht in gebruik. Hoewel het interieur op onderdelen werd aangepast, is zoveel mogelijk de originele staat behouden.

Architect

Foeke Kuipers (1871-1954)

Periode

1914-1916

Locatie

Utrechtseweg 225, Hilversum

Rijksmonument

website: sbddesign.nl