Foto: www.gooienvechthistorisch.nl (SAGV077)
De periode na de wederopbouw, van circa 1965 tot circa 1990, kortweg aangeduid als Post 65, was er een van grote veranderingen, zowel maatschappelijk als op architectuurgebied. Na de veelal als eentonig ervaren wederopbouwwijken kwam er meer diversiteit in woningtypen, mede ingegeven door het nieuwe fenomeen inspraak en medezeggenschap van bewoners. Zogenaamde bloemkoolwijken, woonerven, terrasflats en experimentele woningbouw moesten een vernieuwd elan brengen. Nieuwe architectuurstromingen als structuralisme en brutalisme deden hun intrede in de kantoorbouw.
In Hilversum waren Kerkelanden en de Hilversumse Meent de laatste grote stadsuitbreidingen. Voor Kerkelanden waren de eerste plannen al in 1953 gemaakt, maar de wijk kwam pas in 1968 tot stand. Aan de rand van de wijk verschenen de eerste hoge galerij- en torenflats van Hilversum, die verder bestond uit in hofjes georganiseerde eengezinswoningen. Ook de bebouwing van de voormalige meentgronden was in de vijftiger jaren al ter sprake gekomen, maar de bouw van de eerste woningen in de Hilversumse Meent startte pas in 1973. Hier kwam de eerste bloemkoolwijk van Hilversum tot stand, een typische wijkvorm uit de jaren zeventig. De Wandelmeent uit 1976 was het eerste experimentele Centraal Wonen project van Nederland en is nog steeds actueel.
Eveneens een nieuw fenomeen waren projectontwikkelaars. Door de grote omvang en complexiteit van de bouwopgaven na de Tweede Wereldoorlog konden zij zich snel professionaliseren. Een van de eerste projectontwikkelaars in Nederland was Johan Matser die in de jaren vijftig en zestig in en om Hilversum grond voor eigen rekening en risico kocht. Hij liet deze bebouwen met woningen en winkelcentra. Zijn projecten sloten naadloos aan op het proces van de cityvorming in Hilversum; het ruimtelijke kader waarbinnen in de jaren zestig en zeventig grootse projecten gerealiseerd zouden worden. Matser was betrokken bij de bouw van Kerkelanden maar ontwikkelde ook het overdekte winkelcentrum Hilvertshof (1973) naar Amerikaans voorbeeld. Matser werkte samen met architecten Dudok en diens compagnon R.M.H. Magnée en het bureau Zanstra Gmelig Meyling De Clercq Zubli.
In deze periode kwamen in Hilversum veel scholen tot stand. Door de babyboom na de Tweede Wereldoorlog nam de behoefte aan scholen flink toe. De invoering van de Mammoetwet (1968) introduceerde de scholengemeenschap die weer leidde tot schaalvergroting in de onderwijsbouw. De scholen kwamen tot stand in de stadsuitbreidingen, op onbebouwd gebleven terreinen of ter vervanging van vooroorlogse schoolgebouwen. Zowel gemeentearchitect Joustra als particulier architecten verzorgden de ontwerpen.
Vanaf de jaren vijftig groeiden de omroepen in rap tempo en raakte de huisvesting ervan versnipperd. Plannen voor een Omroepkwartier (tegenwoordig Mediapark) dateren uit deze tijd, maar de daadwerkelijke totstandkoming vond plaats vanaf eind jaren zestig. Aan de noordrand van de stad, nabij het gebouw van de Wereldomroep, werd een groot terrein beschikbaar gesteld waarop in 1967 de toenmalige NTS een complex van studio’s, magazijnen, decorhallen en kantoren in gebruik nam.