Foto: www.gooienvechthistorisch.nl (SAGV032.5)
Sedert 1865 viel de bouw van stations onder de bevoegdheid van van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Er werden vijf basisontwerpen gemaakt van klein naar groot. Elke gemeente kreeg een stationstype toegewezen in overeenstemming met zijn grootte of met de verwachte ontwikkeling. Hilversum kreeg een zogenaamde B-klasser, het op een na grootste stationstype.
Het neoclassicistische stationsgebouw van de Amsterdamse architect A.L. Gendt was het symbool van de nieuwe tijd die aanbrak na 1874. Het symmetrisch ontworpen gebouw bevatte twee bouwlagen onder een schilddak. De stationschef woonde in een uitbouw. Het voor die tijd kolossale gebouw ontstond aan de rand van het kleinschalige dorpscentrum met veel eenvoudige woningen en winkeltjes. Voor de voetgangers werd in 1910 over de spoorbanen een indrukwekkende ijzeren loopbrug gebouw, die in 1965 werd gesloopt. Daaronder stonden wachthuisjes voor de buspassagiers.
Het stationsgebouw werd in 1990 gesloopt om plaats te maken voor een nog langer stations- en kantoorgebouw van architect J. van Belkum van Articon BV. Het langgerekte en overwegend gesloten gebouw was in 1990 een trendbreuk met het beleid van de Nederlandse Spoorwegen, dat in die tijd gericht was op een grotere openheid. Het is vooral een kantoorgebouw, dat door zijn langgerektheid de scheiding met het gebied over het spoor benadrukt.
Bron: Annette Koenders, Hilversum. Architectuur en Stedenbouw 1850-1940, Zwolle (2001).
Stationsplein, Hilversum