Foto: Dudok Architectuur Centrum
Op de plek waar in 1885 de gemeentelijke gasfabriek werd opgericht, toen nog een landelijk stuifzandgebied op de heide ten oosten van het in 1874 geopende spoorwegstation, verscheen in de jaren 2004-2016 een geheel nieuwe woonwijk met de naam Villa Industria. Het masterplan voor de wijk werd in opdracht van woningcorporatie De Alliantie gemaakt door het in Delft gevestigde internationale architectenbureau Mecanoo Architecten. De naam Villa Industria verwijst naar de vroege ontwikkeling van deze plek toen veel industrieën en industrietjes zich aan de oostkant van Hilversum vestigden. De wijk is geïnspireerd op het vroege industriële karakter van de locatie
Op het terrein van de gasfabriek stonden bij de opening in 1885 naast de fabriek, enkele loodsen, stookovens en twee gashouders. Het gas werd onder andere gebruikt voor straatverlichting. De enorme groei van de bevolking rond het begin van de twintigste eeuw, en de daarop volgende stadsuitbreidingen, betekenden dat de fabriek geregeld moest worden uitgebreid. In 1933 kwam er een derde gashouder bij van 40 meter hoog en ruim 30 meter in doorsnede, waardoor de fabriek al van verre zichtbaar was. Kenmerkend voor de gashouders waren het net van stalen balken en verticale geleiders. De drie markante woontorens op de hoek van de Jan van der Heijdenstraat en de Minckelersstraat refereren aan de cilindervormige gashouders van de gasfabriek, die ooit op deze locatie stonden.
De geleidelijke overgang op elektriciteit zorgde ervoor dat de gaslantaarns uit het straatbeeld verdwenen. In 1962 werden de laatste gaslantaarns vervangen door elektrische exemplaren. Toen begin zestiger jaren het aardgas in Slochteren werd ontdekt, en de gasfabriek aan het eind van zijn levensduur was, besloot de gemeenteraad, als een van de eerste in Nederland, voor de gasdistributie op het Groningse gas over te gaan en werd de gasfabriek buiten gebruik gesteld. De fabriek was inmiddels volledig door woonbebouwing omgeven. De restanten van de fabriek, waaronder ook de kenmerkende gashouders, werden geleidelijk aan gesloopt om vanaf 1971 plaats te maken voor kantoren en andere voorzieningen. Aan het eind van de twintigste eeuw ontstonden plannen om een geheel nieuwe woonwijk op het terrein te bouwen. Een grondige, jarenlange sanering van het terrein was nodig voordat dit daadwerkelijk kon worden bebouwd.
De architectuur van de woningen (sociale huurwoningen en koopwoningen) heeft industriële detailleringen daarmee verwijzend naar de bijzondere geschiedenis en bijdragend aan het industriële karakter. Opvallend zijn de verschillende daksoorten die zijn toegepast (zadeldaken, schaaldaken en platte daken) die eveneens verwijzen naar vroege industriële gebouwen. De verschillende woningen hebben alle eenzelfde materialisering waardoor samenhang en eenheid is ontstaan.
Gashouder, Hilversum