In de jaren na de Tweede Wereldoorlog, de wederopbouwperiode, kwamen veel nieuwe bouwwerken tot stand. Oorlogsschade moest worden hersteld, maar er was ook een grote vraag naar nieuwbouw door de snelle bevolkingsgroei. De toename van de bevolking leidde tot de bouw van een groot aantal kerken voor de vele gezindten in het verzuilde Nederland.
Zo’n typische wederopbouwkerk is de christelijk-gereformeerde Pniëlkerk. De kerk ligt prominent op de zichtas aan het einde van de Van Ghentlaan in Hilversum-Zuid. De kerk werd gebouwd naar een ontwerp van de Hilversumse architect Cornelist Trappenburg (1892-1978) en in 1960 in gebruik genomen.
Het rechthoekige kerkgebouw is opgetrokken in lichtbruine baksteen en kreeg een flauw hellend zadeldak. Typerend is de betonnen omlijsting van de entree die ook terug te vinden was bij de hoge, uitkragende vensters in de zijgevel. Deze indrukwekkende glaswand is helaas bij een latere restauratie verloren gegaan. Kenmerkend voor de bouwperiode is de vrijstaande klokkenstoel met een luidklok die bestaat uit een open constructie van betonnen staanders en dwarsbalken.
Boven de entree bevindt zich een keramische mozaïek van Pieter van Velzen (1911-1990) en Jan Oosterman (1876-1963). De voorstelling betreft Jacob worstelt met de Engel, de scene uit het Oude Testament waar de naam Pniël naar verwijst.
Bekijk hier de andere edities van Dudok Architectuur Centrum belicht