Foto: Iwan Baan
In 1925 gaf de gemeente Hilversum opdracht aan directeur Publieke Werken Willem Marinus Dudok (1884-1974) om nog dat jaar een plan voor een nieuwe begraafplaats in te dienen. De enorme bevolkingsgroei die de gemeente in de twintiger jaren doormaakte, vroeg niet alleen om meer ruimte om te wonen, te werken en te leren, maar ook om te kunnen begraven. In de jaren daarop passeerden meerdere plannen de revue maar uiteindelijk kwam het in 1929 tot een definitief ontwerp. Dudok ontwierp een geometrisch geordende begraafplaats aan de noordkant van Hilversum, destijds grenzend aan de Westerheide maar inmiddels omringd door een naoorlogse woonwijk. Het eveneens door Dudok ontworpen bijbehorende gebouwencomplex, bestaande uit een dienstwoning, een dienstvleugel en een aulagebouw, is in 1991 aangewezen als Rijksmonument.
‘In tegenstelling tot de meeste begraafplaatsen, die gewoonlijk in zg. landschapsstijl zijn aangelegd, met slingerpaden en met de toevallige schoonheid van hier en daar fraaie beplantingen, is deze begraafplaats streng en uiterst ordelijk geprojecteerd’, aldus Dudok in zijn toelichting op het ontwerp van de Noorderbegraafplaats. Rondom een open middenveld groepeerde hij de begraafplaatsen in kleine eenheden die door haagbeplanting werden omsloten. Daarmee werd aan een begrafenis een intiem karakter gegeven of, in de woorden van de architect ‘men voelt zich buiten, maar toch: als in een vertrek, waarvan de wanden het geboomte en het dak de hemel is’. Ten zuiden van de begraafplaats kwam een rechthoekige waterpartij te liggen als uitloper van de als Berlagevijver vormgegeven waterberging.
Aan de westzijde van de begraafplaats ontwierp Dudok het aulagebouw, een dienstwoning en een fietsenstalling met personeelsruimten. De gebouwen kregen stalen ramen en deuren, platte daken en gladgestucte gevels. Het was voor het eerst dat Dudok deze combinatie van materialen en ontwerp in zijn architectuur toepaste. Wellicht was hij geïnspireerd geraakt door het in 1928 gereedgekomen sanatorium Zonnestraal, dat dezelfde uiterlijke kenmerken vertoonde. De langwerpige uit één bouwlaag bestaande aula, de twee verspringende kubistische volumes van de dienstwoning en de hoge in baksteen opgemetselde schoorsteen, zijn echter onmiskenbaar een ontwerp van de Hilversumse architect.
De aula schermt de begraafplaats van de straat af en vormt samen met de voormalige conciërgewoning de stemmige achtergrond voor een indrukwekkende treurwilg. De gevels van het aulagebouw aan de straatzijde zijn hoog en gesloten, terwijl de fraaie verticale glaspartijen aan de andere zijde uitzicht op de begraafplaats geven. Onder de dakrand is een subtiele zwart-witte rand aangebracht. De monumentale poort geeft toegang tot de strak aangelegde begraafplaats, waar een serene rust heerst. Hier vind je ook het graf van Dudok en zijn vrouw, dat door de architect zelf is ontworpen (sectie XIII).
Laan 1940 – 1945 nr. 2, Hilversum