In het najaar van 2021 heeft het carillon in de toren van het Hilversumse Raadhuis een flinke opknapbeurt gekregen. Een rammelend klavier, verouderd draadmechaniek en afgesleten klepels noodzaakten tot groot onderhoud. Tegelijkertijd kreeg het speelhok van de beiaardier een make-over. Dit werd zodanig vergroot dat bezoekers vanaf nu daadwerkelijk het bespelen van het carillon van dichtbij kunnen bekijken. De renovatie van het carillon vormde de aanleiding voor het Dudok Architectuur Centrum om de geschiedenis ervan in beeld te brengen. Met historisch (beeld)materiaal, objecten en foto’s van het recent uitgevoerde herstelwerk vertellen we het verhaal van ruim zestig jaar carillon. Van de eerste schets van Dudok van de toen nog dichte toren tot en met de zojuist vernieuwde speelkamer van de beiaardier. Een verhaal van zingende klokken en goede mensen.
“Waar klokken zingen, wonen goede mensen!” schreef pater J. Feyen, secretaris van het Belgische Beiaardiersgilde in 1965 in zijn inleiding bij het Internationale Beiaardconcours, dat jaarlijks in het kader van het Holland Festival in Hilversum werd gehouden. Het carillon had toen al wereldwijde bekendheid gekregen en werd alom geroemd vanwege zijn heldere klanken. Toch had het vele jaren geduurd voordat de toren van Dudoks raadhuis daadwerkelijk met een beiaard werd gesierd.
“Ik hoop dat, wanneer de tijden gunstiger worden het Hilversumsche publiek door vrijwillige bijdragen ook dezen toren tot een zingenden toren zal wenschen te maken, en daarmede tot een waarlijk levend element in ons midden”. Aldus Dudok in zijn nota van toelichting bij de indiening van het raadhuisontwerp in juni 1924. Hij kon niet bevroeden dat het nog ruim dertig jaar zou duren voordat zijn wens uitkwam en de toren daadwerkelijk tot zingen kwam. Een gebrek aan financiële middelen was er de oorzaak van dat de toren niet al direct bij de bouw van het raadhuis kon worden opgeluisterd met een fraai klokkenspel.
Halverwege de jaren vijftig was het pas zover. Vooruitlopend op de verwachte geboorte van de honderdduizendste inwoner van de stad, begonnen de voorbereidingen om de toren van een echte beiaard te voorzien. Op 24 april 1958 werd Jantje Geers geboren, een gezonde baby van negen pond, en ingeschreven als honderdduizendste inwoner van Hilversum. Ter ere hiervan schonken de inwoners van Hilversum een klokkenspel aan de gemeente. Burgemeester Boot haalde een groot sponsorbedrag op bij het bedrijfsleven en de resterende gelden werden door de burgerbevolking bijeengebracht.
Voorzitter Mr. Romke de Waard van de Nederlandse Klokkenspel Vereniging en de beroemde klokkengietersfirma Eijsbouts uit het Noord-Brabantse Asten adviseerden over de aan te schaffen beiaard. Dat werd een zogenaamde zware beiaard van vier octaven die bestond uit 47 klokken. De grootste klok woog zo’n 2300 kg, het kleinste klokje 12 kg. Het totale gewicht van het carillon bedroeg 11.293 kg. De toren moest worden versterkt om het enorme gewicht van het carillon te kunnen dragen.
Op 16 september 1958 nam het gemeentebestuur het carillon officieel in ontvangst. De beiaard werd ingespeeld door de beroemde beiaardier Leen ’t Hart, directeur van de Nederlandse Beiaardschool in Amersfoort. Volgens De Gooi- en Eemlander was het een indrukwekkende gebeurtenis toen ’t Hart ‘hoog in de toren in het klavier greep en de lichte en zware bronzen stemmen, daar in de hoogte, het Wilhelmus begonnen te spelen’.
De warme klanken van de beiaard werden door menig klokkenist geprezen. Op woensdagen en zaterdagen bespeelde de stadsbeiaardier het instrument. Op het hele en halve uur klonk een automatische tijdmelding voorafgegaan door een melodietje. Vanaf 1959 tot 1973 vond in het kader van het Holland Festival het jaarlijks Internationaal Beiaardconcours op het raadhuiscarillon plaats, waaraan vele wereldberoemde beiaardiers hebben meegedaan. Grote bekendheid kreeg de beiaard ook door de herkenningsmelodie van Radio Nederland Wereldomroep “Merck toch hoe sterck” te verzorgen en het radionieuws van acht uur op Hilversum 1 aan te kondigen met de melodie van ‘O Nederland, let op uw saeck’. En menig Hilversummer genoot van de regelmatig uitgevoerde zomeravondconcerten.
De expositie is open op woensdag van 14.00-17.00 uur en op donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag van 12.00 – 16.00 uur.
In combinatie met bezoek aan onderstaande tentoonstellingen: €4,- per persoon. Kinderen t/m 12 jaar: gratis (onder begeleiding van volwassene).
Het Dudok Architectuur Centrum organiseert een aantal speciale toren-rondleidingen waarbij o.a. een bezoek wordt gebracht aan het vernieuwde beiaardiershok. Heeft u interesse in deze rondleidingen, meld u dan aan via info@dudokarchitectuurcentrum.nl. U ontvangt z.s.m. bericht over de data waarop de toren-rondleidingen worden georganiseerd.