Voordat Willem Dudok in dienst trad bij de gemeente Hilversum, was hij twee jaar lang werkzaam in de gemeente Leiden. Eén van de bekendste gebouwen, die hij buiten Hilversum heeft ontworpen, is het gebouw voor het Leidsch Dagblad aan de Witte Singel (1916). Het ontwerp van dit karakteristieke gebouw heeft hij in samenwerking met architect J.J. Oud, tevens later zijn beste vriend, ontworpen. Ook heeft hij de Leidse HBS ontworpen. Hierin is tegenwoordig het Bonaventuracollege gevestigd. Verder ontwierp hij in Leiderdorp 17 Arbeiderswoningen en heeft hij tevens de eerste ontwerpen gemaakt voor wat later het Kooipark ging heten.
Naast zijn dienstbetrekking had Dudok een eigen bureau. Alleen op die manier kon hij naast zijn functie van stedenbouwkundige bij de gemeente Hilversum ook opdrachten aannemen die buiten de gemeente vielen. Zodoende werd hij ook door de buurgemeenten gevraagd en was Dudok ook in de directe omgeving als stedenbouwkundige actief. In Bussum ontwierp hij het bekende winkel-appartementencomplex aan het Julianaplein waar nu de Hema in is gevestigd. Ook heeft hij verschillende appartementencomplexen en flats ontworpen, zoals de flatwoningbouw ‘Kom van Biegel’ aan de Gooilandseweg in Bussum.
Dudok heeft ook een flinke bijdrage geleverd aan de wederopbouw van Velsen en IJmuiden, waarvan grote delen in de oorlog plat gebombardeerd waren. In het Dudokjaar is het ook precies vijftig jaar geleden dat het nieuwe stadhuis van Velsen werd geopend. Samen met de architecten Willem van Tijen en Huig Maaskant stelde Dudok een wederopbouwplan op dat beeldbepalend werd voor het Velsen van vandaag. Dudok heeft overigens het ontwerp voor het stadhuis al vrij snel aangepast: het stadhuis kreeg er aan de noordzijde een vleugel bij, waarschijnlijk omdat het ambtenarenapparaat na de oorlog snel aan het uitdijen was. Net als het raadhuis van Hilversum heeft het Velsense raadhuis een binnenplaats.
In Arnhem werd de inmiddels geprezen architect gevraagd om voor de verzekeringsmaatschappij ‘De Nederlanden van 1845’ een kantoorgebouw te ontwerpen. Hiervoor werd een stuk grond aan het Willemsplein aangekocht. Dat voor Dudok werd gekozen was enerzijds omdat hij inmiddels wereldberoemd was van wege zijn Raadhuis in Hilversum, anderzijds omdat hij naar voren werd geschoven door de bekende architect Berlage met wie hij bevriend was en die zelf al voor deze verzekeringsmaatschappij had gebouwd. Dudok bouwde voor ‘De Nederlanden’ een modern gebouw met een representatieve uitstraling.
Voor particulieren nam Willem Dudok ook een enkele keer een opdracht aan. In Bilthoven staat een door Willem Dudok ontworpen villa aan de Albert Cuyplaan (1950). De villa ziet er tijdloos en modern uit en herkenbaar door de ruimtelijkheid in harmonie met de omgeving. Met uiteraard veel raamwerk, dat het huis een open karakter geeft. Hier gebruikte hij niet de bekende geelgekleurde baksteen, maar wit pleisterwerk.
Vlak na de bouw van het raadhuis in Hilversum werd Dudok door Berlage ook naar voren geschoven voor het ontwerpen van een tweede columbarium op begraafplaats Westerveld in Driehuis. Het ontwerp van Dudok heeft de vorm van een hoefijzer en dat is precies de vorm van de duintop waarop het is gebouwd. In het midden staat een waterreservoir waar regenwater in wordt opgevangen. Onder een schuin dak van dakpannen staan in twee galerijen urnen met uitzicht op de natuur. Aan de buitenkant van het columbarium is een enorme raampartij die weer uitzicht biedt op het achterliggende bos.
Ook in Amsterdam-West zie je gebouwen van Dudok. Dit zijn vooral flatgebouwen met vier lagen waaraan je meteen het lijnenspel en de voor Dudok zo typerende raampartijen herkent. Ook de ruimtelijkheid van het ontwerp is opvallend, en uniek voor Amsterdam: grasvelden en pleinen waarbij ook het subtiele lijnenspel in de beplanting met bomen en heggen – waar de architect zo geliefd om is – in het oog springen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Stadsschouwburg van Utrecht gebouwd, waarvan het ontwerp van architect Willem Dudok is. De stijl van de schouwburg is kenmerkend voor die tijd. Het bouwwerk was omstreden: na de oorlog werd Dudok opgeroepen voor de naoorlogse raad en beschuldigd van medewerking aan een artikel over de pas geopende stadsschouwburg in 1941. Dudok ontkent het niet, maar verdedigt zich met verve: hij had toen de schouwburg bijna klaar was herhaaldelijk dreigbrieven ontvangen waarin hij gesommeerd werd te stoppen met de bouw. Ook kreeg hij geen positieve reacties van de pers nadat deze was rondgeleid. Dit had alles te maken met de secretaris-generaal op het door de Duitsers opgerichte Departement van Volksvoorlichting en Kunsten. Deze oefende flinke censuur uit op cultuur en had aangegeven dat hij het een slecht bouwwerk vond. Tegen de tijd van de officiële opening van de Utrechtse Stadsschouwburg was de stemming zo grimmig dat de ingebruikname ervan onzeker was. Er was zelfs even sprake van mogelijke sloop. Zover is het niet gekomen. Het omstreden gebouw werd begin september 1941 geopend onder politiebescherming in verband met mogelijke oproer van felle tegenstanders.
Wat veel mensen niet weten is dat het monument op de Afsluitdijk ontworpen is door Willem Dudok. Het Vlietermonument is gebouwd in de vorm van een uitkijktoren en staat precies op de plek waar in 1932 de Afsluitdijk werd voltooid. De toren van het monument is gebouwd in 1933. In zijn ontwerp bracht Dudok de functie van de Afsluitdijk tot uitdrukking: de bescherming tegen de zee. Via een brede wenteltrap bereikt men het balkon van de toren. Aan de kant van de wenteltrap zijn hoge raampartijen van waaruit het IJsselmeer goed zichtbaar blijft. De Waddenzee zie je pas als je boven op het balkon staat. Bij de ingang van de toren is een bronzen reliëf geplaatst van drie steenzetters. De uitkijktoren op de Afsluitdijk is in 2006-2007 gerestaureerd.
Vlak na de oorlog heeft de Hilversumse architect en stedenbouwkundige zich beziggehouden met een cultureel centrum in Soest dat als oorlogsmonument werd opgericht. Het bouwwerk zou uit twee bouwblokken bestaan. Het hoge blok was bedoeld voor de grote toneelzaal en daar tegenaan lag een L-vormig blok. Door de grote raampartijen zou je vrij uitzicht hebben over het landgoed Braamhage waarop het centrum gebouwd zou worden. Het is er echter nooit van gekomen. Er rees verzet tegen de plannen: de aard van het cultureel centrum werd als te frivool beschouwd om dienst te doen als oorlogsmonument.