Nutsgebouwen algemeen

Openbare Nutsgebouwen

In 1915 werd Dudok in Hilversum aangesteld als Directeur Publieke Werken. Hij kreeg hij de leiding over de gemeentelijke diensten tram, telefoon, elektriciteit-, gas- en watervoorziening, reiniging, riolering en brandweer. Uit hoofde van zijn functie was hij zelfs vanaf zijn aanstelling op 1 juli 1915 tot hij op 1 juli 1928 werd aangesteld als gemeentearchitect Commandant van de Brandweer. Ook was hij verantwoordelijk voor ‘de aanleg en onderhoud van straten, wegen, plantsoenen, voetbalvelden en marktpleinen, alsmede de stichting en onderhoud van gebouwen’.

Technische opleiding

Een snel groeiende gemeente als Hilversum in de eerste helft van de twintigste eeuw had vele nutsgebouwen en -gebouwtjes nodig. Als nieuwe Directeur Publieke Werken kon Dudok hier direct mee aan de slag. Zijn technische opleiding die hij op de Koninklijke Militaire Academie in Breda had genoten kwam hem hierbij goed van pas. Ervaring had hij opgedaan in zijn functie als ingenieur bij Publieke Werken in Leiden, een functie die hij in de twee jaar voor hij naar Hilversum kwam had uitgeoefend. Hier was hij opzichter geweest bij nieuwbouw voor de gemeentereiniging en de gemeentelijke vuilverbranding, hoewel hij deze gebouwen niet zelf had ontworpen. Ook was hij verantwoordelijk voor een aantal bruggen in de stad.

Grote diversiteit

Tot de grote diversiteit aan nutsgebouwen die onder Dudok tot stand kwam, behoren: politieposten, een brandweergarage, badhuizen, een slachthuis, een pompgemaal, havenkantoor, gemeentewerf, bibliotheek, verkeershuisje voor de VVV, twee rioolwaterzuiveringen, zand- en zoutbunkers, een zwembad, een verkeerstunnel, kiosken en viaducten. Ondanks dat de utilitaire gebouwen vaak met weinig middelen moesten worden gebouwd, besteedde de architect aan vrijwel elk ontwerp de nodige zorg. Zijn stedenbouwkundige ideeën bleef hij waar mogelijk trouw. Zo kon bijvoorbeeld een badhuis of bibliotheek een visuele afsluiting van een straat of woonwijk vormen en voor de nodige afwisseling in het straatbeeld zorgen. Een mooi voorbeeld van het inpassen van een gebouw in de omgeving is de zand- en zoutbunker aan de Oude Haven (1940-1946). De gebogen vorm van het gebouw vormt de natuurlijke afsluiting van het kanaal en de overbrugging van het hoogteverschil met de bebouwde omgeving.

Van Amsterdamse School tot Wederopbouwarchitectuur

Dudoks stijlontwikkeling is ook terug te zien in de vele nutsgebouwen die hij voor Hilversum ontwierp. In zijn vroege ontwerpen is de stijl van de Amsterdamse School terug te vinden, zoals de politiepost aan de Kleine Drift of het pompgemaal aan het Laapersveld, beide uit 1919. In de jaren twintig krijgen zijn ontwerpen monumentaliteit door een kubistische massawerking, zoals het gemeentelijk slachthuis uit 1919 (afgebroken) of het badhuis aan de Bosdrift (1921). Overigens waren de sobere, robuuste uitstraling en de platte daken ook een gevolg van beperkte financiële middelen. De voormalige dependance van het politiebureau aan de Kapelstraat is een treffend voorbeeld van Wederopbouwarchitectuur (1950-1955) met een strakke en sobere vormgeving (thans appartementengebouw De Rechercheur).

Extra informatie

Een overzicht en beeldmateriaal van Dudoks nutsgebouwen vind je op de site dudok.org in de categorie nutsgebouwen

De website dudok.org is een initiatief van enkele bewonderaars van het werk van Willem Marinus Dudok. De site bevat vooral veel beeldmateriaal van alle ontwerpen van Dudok die ooit zijn gebouwd. Het Dudok Architectuur Centrum en dudok.org werken op onafhankelijke basis samen door beeldmateriaal en informatie met elkaar te delen en incidenteel samen te werken aan projecten.

website: sbddesign.nl